Tienden en offergaven in het Nieuwe Testament

Tithes Offering Scriptures New Testament







Probeer Ons Instrument Voor Het Oplossen Van Problemen

Schriften aanbieden. Je hebt misschien wel eens gehoord van het concept van het geven van tienden. Tijdens een kerkdienst of in gesprek met andere christenen. In het Oude Testament vraagt ​​God Zijn volk Israël om ‘tienden’ te geven – 10% van hun inkomen. Hebben christenen dat nu nog nodig?

Tienden en offers nieuw testament

Mattheüs 23:23

Wee u, schriftgeleerden en Farizeeën, huichelaars, want u geeft tienden van de munt, de dille en de komijn, en u hebt het belangrijkste van de wet veronachtzaamd: oordeel, barmhartigheid en loyaliteit. De een moest dit doen en de ander niet verlaten.

1 Korintiërs 9:13,14

Weet u niet dat zij die in het heiligdom dienen, van het heiligdom eten, en zij die het altaar bedienen hun deel van het altaar ontvangen? Dus de Heer heeft ook de regel gesteld voor degenen die het evangelie prediken dat ze volgens het evangelie leven.

Hebreeën 7: 1-4

Want deze Melchizedek, koning van Salem, priester van de allerhoogste God, die Abraham bij zijn terugkeer ontmoette nadat hij de koningen had verslagen en hem zegende, aan wie Abraham ook een tiende van alles gaf, is volgens de interpretatie (van zijn naam): koning van gerechtigheid, dan ook koning van Salem, dat wil zeggen: koning van vrede; zonder vader, zonder moeder, zonder genealogie, zonder begin van dagen of einde van het leven, en gelijkgesteld aan de Zoon van God, blijft hij voor altijd priester.

Welke conclusies moeten we hieruit trekken?

Er zijn twee opties:

1. In Israël werden twee tienden geheven:

A. Voor de tempeldienst ter ondersteuning van de priesters en de Levieten, maar ook voor de weduwen, de wezen en de vreemdelingen. Deze tiende werd voor twee jaar naar de tempel gebracht, het derde jaar in zijn eigen woonplaats.
B. Voor de koning en zijn huishouden.

2. In Israël werden drie tienden geheven:

A. Voor de tempeldienst om de priesters en de Levieten te ondersteunen.
B. Voor de weduwen, de wezen en de vreemdelingen. Deze tiende werd voor twee jaar naar de tempel gebracht, het derde jaar in zijn eigen woonplaats.
C. Voor de koning en zijn hofhouding.

In beide gevallen geldt het volgende:

Er zijn geen aanwijzingen in het Nieuwe Testament dat God tevreden is met minder dan een tiende. Naar onze mening is de eerste tiende nog steeds het eigendom van de Heer.
Men zou kunnen stellen dat, althans gedeeltelijk, de laatste twee tienden zijn vervangen door belastingen en sociale premies.

Dit ontslaat ons echter niet van de plicht om de minder bedeelde mensen op aarde zo goed mogelijk te ondersteunen.

7 redenen om je tiende te geven

1. Het is een spontane uiting van liefde

Mijn vrouw een kus geven: niemand behoeften Dat. God zal niet boos worden als ik dat op een dag vergeet. En toch is het goed te doen. Waarom? Omdat het een natuurlijke expressie van liefde. Misschien is dat ook het geval met de tiende. Ik zou iets in mezelf moeten onderdrukken om mijn vrouw niet regelmatig te kussen. Zou het niet ook zo moeten zijn dat als ik echt een hart heb voor mijn dierbaren, het volkomen onnatuurlijk zou zijn om die tienden niet te geven? Zou ik niet zoveel liefde moeten hebben dat het geven van tienden automatisch gebeurt?

2. Je oefent jezelf in het loslaten

Niemand zegt dat je naar de sportschool gaat behoeften . Je bent geen slecht en zondig persoon als je het niet doet. Je wordt echter een gezonder en vrijer mens als je toch gaat; wie zijn spieren traint kan meer met zijn lichaam en heeft meer bewegingsvrijheid. Tienden geven is een sportschool voor de geest. Het moet van niemand zijn. Maar net zoals je jezelf in de sportschool traint om de zwaartekracht te overwinnen, zo oefen je jezelf in het geven van tienden om de macht van geld te overwinnen.

3. Je onderzoekt en vangst jezelf

Het is een mooie kans om de ‘koppigheid van je hart’ op heterdaad te betrappen. Want stel dat je voelt dat je het wilt doen. Maar dan komen de bezwaren op, het ja-maar. Er zijn nog zoveel andere leuke dingen te doen. Je moet ook sparen. Ik weet zeker dat het geld niet goed terechtkomt. Het is een wet en als christen leef je in vrijheid, enzovoort.

Een mooie kans, want daar heb je het op een presenteerblaadje, die ‘koppigheid van je hart’! Je hart zal altijd een bezwaar paraat hebben. En het bezwaar zal nuchter, verstandig en zelfs christelijk klinken. Maar ze zullen verdacht klinken als iemand die weer een vroom excuus heeft verzonnen om niet naar de sportschool te gaan…

4. Je hebt niet meer dan 10 procent nodig

Ik vrees dat het niet erg christelijk van me is, maar ik vind tien procent ook een geruststellende gedachte: het hoeft in ieder geval niet nog meer te zijn. Daarmee volg ik niet ‘de heiligen zijn mij voorgegaan’. Rick Warren bijvoorbeeld draaide het om en geeft negentig procent weg. John Wesley verdiende als vrijgezel 30 pond, waarvan hij 2 pond aan de armen gaf.

Toen zijn inkomen echter steeg tot 90 pond, hield hij nog steeds slechts 28 pond voor zichzelf. En toen zijn boeken bestsellers werden en hij 1.400 pond per jaar verdiende, gaf hij nog steeds zoveel weg dat hij van precies hetzelfde bedrag leefde. Maar toch vind ik die tien procent prettig duidelijk.

5. Je leert beseffen dat je geld niet van jou is.

Tienden betalen is ook een vorm van leren omgaan met God op volwassen leeftijd. Misschien vraag je je wel eens af of je te veel kunt geven. Dan komt de angst in je naar boven: maar wat blijft er dan voor mij over?! Je merkt ineens dat je dit niet kon, dat niet, zus en zo. Een klein, tragisch kind komt los in je en schreeuwt: het is van mij, van mij, van mij! Het probleem is natuurlijk dat er niets voor mij over kan blijven, omdat het helemaal niet van mij was. Mijn salaris is van God. Het is leuk als ik er zelf nog wat van over heb, maar het is van God.

6. Geven is een oefening van vertrouwen.

De gewoonte van gezinnen uit de middenklasse is om eerst de gezinsfinanciën te regelen, eventueel wat te sparen en dan weg te geven wat overblijft. Er zit een zekere wijsheid in die gewoonte. Maar onderliggend is een angst voor morgen. We zoeken eerst veiligheid voor onszelf en dan volgt het koninkrijk. Jezus zegt hier precies over:

Dus maak je geen zorgen: wat zullen we eten? Of wat zullen we drinken? Of waarmee zullen we ons kleden? - dit zijn allemaal dingen die de heidenen najagen. Je hemelse Vader weet dat je dat allemaal nodig hebt.

7. Geven is (ja, echt) leuk

We moeten het niet zwaarder maken dan het is: geven is ook gewoon leuk! Het is gelukkiger te geven dan te ontvangen, zei Jezus. Stel je voor dat alle leden van de EO massaal van die magere twee procent naar tien procent zouden gaan - dat zou ongeveer zijn honderd miljoen per jaar euro. Voor welke tv-campagne dan ook komt meer dan heel Nederland bij elkaar. Dat het gewoon kan, is dat niet een heel leuk idee?

Wat zegt het eigenlijk?

Bijna elke week heeft een dominee het erover, in uw kerk heeft misschien niemand er ooit iets over gehoord. Zo spreekt het Oude Testament over het geven van tienden.

Van de opbrengst van het land, zowel de gewassen op het veld als de vruchten van de bomen, is een tiende voor de zegen van de HEER. (Leviticus 27:30)

‘Jaarlijks moet je het tiende deel van de inkomsten uit je velden betalen. Van de tienden van uw koren, wijn en olie, en uw eerstgeboren runderen, schapen en geiten, zult u een feest organiseren voor het aangezicht van de HEERE, uw God, op de plaats die Hij zal uitkiezen om zijn naam daar te laten wonen. Zo leer je steeds weer vol ontzag te leven voor de HEER, je God. Mocht u niet in staat zijn uw tienden en uw gaven die hele afstand mee te nemen - vooral als de HEER u rijkelijk gezegend heeft - omdat de plaats die hij kiest te ver weg is, dan moet u uw betaling innen en dat geld gaat in een zakje naar de plaats van zijn keuze. (Deuteronomium 14: 22-25)

Zodra dit bevel was uitgevaardigd, overhandigden de Israëlieten genereus vruchten van de nieuwe oogst, van hun graan, wijn, olie en vruchtensiroop en alle andere producten van het land, en leverden ze genereus een tiende van hun oogst in. (2 Kronieken 31: 5)

In het Oude Testament zijn meerdere ‘tienden’ vereist: 1. voor de Levieten 2. voor de tempel + de bijbehorende feesten en 3. voor de armen. In totaal is berekend dat dit ongeveer 23,3 procent van hun totale inkomen is.

Oke. Maar wat moet ik er nu mee?

In de Nieuwe Testament er wordt bijna nooit gesproken over de verplichting van tienden, maar er wordt wel eens geschreven over het begrip ‘geven’. Paulus schrijft in zijn brief aan de gemeente in Korinthe: Laat iedereen zoveel geven als hij heeft besloten, zonder tegenzin of dwang, want God houdt van degenen die blijmoedig geven. (2 Korintiërs 9:7)

In sommige kerken is er een sterke prikkel om 10% van de inkomsten aan de kerk te schenken. In andere christelijke kringen wordt dit niet als een verplichting gezien. Eva, het vrouwenblad van de EO, liet twee vrouwen met verschillende meningen met elkaar praten. Men vindt dat als het in de Bijbel staat, het toch iets goeds is om te doen. De ander vindt dat dit in deze tijd niet meer van toepassing is en dat het naast geld geven ook om tijd en aandacht moet gaan.

Ik wil nadenken over geven

Het is moeilijk om een ​​echt antwoord te geven op de vraag of tienden verplicht zijn. Dit was wettelijk vastgelegd voor het volk Israël, niet voor ons. Het lijkt dus vooral een persoonlijke keuze die je in overleg met God kunt maken.

Dit zijn enkele tips als je wilt nadenken over geven:

1. Besef dat alles wat bestaat van God komt, ook jouw geld

2. Geef alleen als je het met een gelukkig hart kunt doen

3. Merk je dat je gierig bent? ( Je bent niet alleen. ) Vraag God of hij je hart wil veranderen.

Wil je (meer) geven? Hier zijn een paar tips:

1. Zorg voor een overzicht van inkomsten en uitgaven

2. Geef doelen / mensen waar je enthousiast over bent

3. Geef je restjes niet weg, maar zet apart geld aan het begin van je financiële maand
(Maak eventueel een aparte spaarrekening aan waar je elke maand een bedrag op zet. Je kunt later zelf bepalen waaraan je het liefst geld geeft.)

Inhoud